Speek, Johan Jan Gerrit.

Gevallen voor het Vaderland. “Grenadiers Vooraan!”

Leeftijd: 35.

Geboortedatum: 10 juni 1909.

Geboorteplaats: Lonneker.

Onderdeel: Regiment Grenadiers.

Adres: Amstelkade 11 te Amsterdam.

Beroep: Verpleger.

Rang: Gewoon dienstplichtig korporaal.

Krijgsgevangennummer (Kgf.nr.): 105648

Datum en locatie van sneuvelen: 06 maart 1945, KG-Arbeitskommando Brux Stalag IV c, Most (CZE).

Wijze van sneuvelen: Voorjaar 194 afgevoerd. Korporaal Speek, als krijgsgevangene bij een geallieerde jachtbomaanval rondom 22:00u, gewond geraakt. Nabij Most is de onmiddellijke nabijheid van de benzinefabriek. Aard van de verwonding: granaatscherven in de rug, borst(onleesbaar) en dijbeen. Hij is in de loop van de nacht aan zijn bekomen krijgsverwondingen in het hospitaal te Brüx overleden.

De petrochemische fabriek van de Sudetenländische Treibstoff Werke Hermann Göring (S.T.W.) in Brüx (tegenwoordig Most Tsjechië) en de directe omgeving waren als brandstoffenleverancier voor het Duitse leger meerdere malen het doelwit van bombardementen. Ondanks dat de fabriek daarbij werd onttrokken aan het zicht door een kunstmatig nevelgordijn, werden de fabriek en de omliggende Lagers getroffen. Eén van deze bombardementen, op 5 maart 1945, was voor een groot aantal Nederlanders noodlottig. Wat er die dag gebeurde, is beschreven in een verslag van officier van gezondheid Erkelens (NA, 2.13.98 inv 176).

Bombardementen. Het zou onjuist zijn om in een verslag over Brüx niet een aparte alinea te wijden aan de bombardementen en de voortdurende alarmen. Het kamp lag zoals gezegd vlak naast de fabriek, zodat dit meerdere malen het lot van de fabriek heeft moeten delen.

Persoonlijk heb ik drie grote en een klein, maar voor ons zeer funest bombardement bijgewoond. Geleerd door de ervaringen op 12 mei 1944, toen blijkbaar niemand verdacht was op bombarderen en er een groot aantal slachtoffers ook bij de Nederlanders te betreuren was, zocht iedereen bij “Fliegeralarm” zo snel mogelijk dekking. In het kamp waren slechts scherfvrije schuilplaatsen, zodat men daartoe buiten het kamp moest naar de genoemde kolenmijnen of bunker. Vandaar dat bij de grote bombardementen die ik heb bijgewoond, slechts een slachtoffer onder ons is gevallen. Anders was het echter ’s avonds 5 maart 1945. Die avond was er laat alarm, de vliegtuigen waren reeds lang boven. Juist toen de weg vol vluchtende krijgsgevangenen was werden er drie bommen met grote scherfwerking gegooid.

Eén viel midden in de colonne vluchtenden en één midden in ons kamp. Wij hadden die avond 23 doden te betreuren en talrijke zeer zwaar gewonden.

De Hochbau bunker waarin de Nederlanders konden schuilen te midden van de verwoestingen van een bombardement (foto archief familie A. Probst).

Op 5 maart 1945 was een colonne Nederlanders op weg geweest vanuit hun onderkomen in Lager 17/18 ten zuidwesten van het fabrieksterrein, naar een schuilplaats (een zogenaamde Hochbau Bunker) op het terrein van de fabriek zelf. Deze bunker was eind 1944 gebouwd en een deel van de Nederlanders had een speciaal toegangsbewijs voor deze bunker. Het was een voettocht van bijna 900 meter, vanaf het kamp naar deze bunker. Die voettocht voerde langs de olieopslagtanks en chemische installaties. Bij de Hochbau Bunker moest iedereen door een vrij nauwe ingang. Vanwege de gevaarlijke toch over het fabrieksterrein en de nauwe bunker, verkozen sommige Nederlanders liever een andere schuilplaats in het open veld of in een van de ondergrondse mijngangen in de buurt.

De route naar de Hochbau Bunker werd opgetekend door soldaat Jacobus de Groot (kgf 107959) en is hieronder weergegeven.

De vluchtroute naar de bunker met de plaats van de bomtrechter (collectie familie De Groot).

De route vanaf Lager 17/18 naar de Hochbau Bunker en de plek waar het noodlot heeft toegeslagen (reconstructie E. v.d. Most op basis van een luchtfoto van R.A.F.).

Halverwege de route naar de bunker werd de colonne Nederlanders getroffen door een bom. De plaats waar deze bom neerkwam is globaal weergegeven op de schets en overgezet in de luchtfoto.

Onderstaande lijst toont de Nederlandse slachtoffers die op die dag vielen. Mogelijk zijn enkele zwaar gewonden later overleden, maar doordat niet van iedereen de doodsoorzaak bekend is, valt nu niet meer met zekerheid na te gaan of zij zijn overleden aan de gevolgen van dit bombardement. Bovendien is niet bekend of er krijgsgevangenen of civiele arbeiders van andere nationaliteiten zijn overleden als gevolg van dit bombardement.

Overleden te Stalag IV-c Wistritz Kdo Brüx

23 Nederlanders overleden als gevolg van het bombardement op S.T.W. Brüx 5-3-1945 waaronder de volgende Grenadiers & Jagers:

Locatie laatste rustplaats: Nederlands ereveld te Salzburg (AUT), vak/rij/nummer: B 1 4.

Overig: Ongehuwd. Zoon van Jan Speek en Maria Margrietha Kerssenberg.

Zie de link voor een impressie van de omstandigheden van dit kamp en foto’s waar mogelijk Grenadier Speek ook op kan staan.

Onderscheidingen

  • Oorlogsherinneringskruis/Mobilisatie-Oorlogskruis niet toegekend. Zijn Mobilisatie-Oorlogskruis hangt in de Historische Collectie Garderegiment Grenadiers en Jagers. Nooit beloond maar nooit vergeten. Graag contact met de nabestaanden om dit alsnog te regelen.

Monumenten

Bronnen

Geef een reactie