
Gevallen voor het Vaderland. “Grenadiers Vooraan!”
Opdat wij niet vergeten…
Stamregiment: 1e Bataljon-Regiment Grenadiers.
Onderdeel: 5e Compagnie-3e Bataljon-8ste Regiment Infanterie-“7 December” Divisie.
Rang: Korporaal-oorlogsvrijwilliger (OVW).
Registratienummer: 18.05.01.002.
Adres: Nieuwe MaaNstraat 6b te Amsterdam.
Beroep: Typograaf.
Locatie van sneuvelen: Tjiwidej, West-Java (NOI-IDN).
Wijze van sneuvelen: Korporaal de Wolff is, bij een gezamenlijke zuiveringsactie van het basecommando Bandoeng tegen het studentenbataljon Siliwangi, door vijandelijk vuur tengevolge van een verwonding gesneuveld.
Locatie laatste rustplaats: Nederlands ereveld Menteng Pulo te Jakarta (IDN).
Overig: Gehuwd met Hillegonda Gezina Margaretha Kok. Vader van 2 kinderen. Zoon van Herman Johannes de Wolff en Carolien van Eijk. Geen godsdienst. Eerst begraven te Bandoeng, opgegraven op 21 juli 1949 en op 23 julii 1949 herbegraven op Menteng Pulo.
Website-vermeldingen:
– Dodenboek Grenadiers & Jagers.
Toegekende onderscheidingen:
– Ereteken voor Orde en Vrede met gesp: 1947.






Bronnen:
– Ministerie van Defensie.
– Laatste Bericht, Ereveld van Indië en Nieuw-Guinea, Jack Kooistra (PENN Communicatie).
– Nationaal Archief, Oorlogsgravenstichting.
3 Bataljon-8 Regiment Infanterie

Opgericht: 01-07-1946 te Amersfoort.
Bijnaam: de Springbokken.
Onderdeel van: C-Divisie “7 December”.
Vertrek Indië: 01-10-1946 a/b “Sloterdijk”.
Aankomst Indië: 25-10-1946, Batavia.
Toegevoegd aan: T.T.C. West-Java.
Ingedeeld bij: Basis commando Bandoeng, *3e Inf.Brig.Groep.
Actiegebied(en): Tjimahi, Soreang, Tjiwedi, *Tjiawi, *Bandjar, *Pangandaran
Commandant:
Lkol L.M. Dreyer; 01-07-1946 t/m 06-06-1947. Lkol H. Schild; 06-06-1947 t/m 02-11-1948. Maj E.H. Neppelenbroek 02-11-1948 t/m 29-11-1949.
Gerepatrieerd: 29-10-1949 a/b “Volendam”, 29-11-1949 aankomst Rotterdam.
Omgekomen: 27 man.
Het bataljon bestond uit dienstplichtigen van de lichting ’45 en was een van de zes Bewakingsbataljons “7 December”. Deze bataljons werden in Indië, ondanks de korte opleiding en lichte bewapening, ingezet als ‘gewone’ infanterie eenheden. Na aankomst te Batavia kreeg het bataljon diverse bewakingsobjecten toegewezen, waaronder het vliegveld Tjililitan. Op 25 november 1946 werd het bataljon verplaatst naar Tjimahi. Hier kreeg het een verdere gevechtstraining bij de daar gelegerde OVW-bataljons. Na deze trainingsperiode kreeg het bataljon op 7 februari een eigen bataljonsvak toegewezen rond Padalarang, west van Tjimahi. De 5e cie werd tot 13 maart gelegerd bij Bandoeng onder bevel cdt. 1-9 RI. Toen deze compagnie weer terug bij het bataljon kwam werd het gelegerd te Njalindoeng.

Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, was het bataljon geconcentreerd in Tegalegga. Op 25 juli zette een deel van het bataljon de opmars in naar Soreang. Drie dagen later werd Tjiwedi ingenomen. Daar Tjiwedi als gevolg van een verwoeste brug niet met voertuigen te bereiken was, vond de bevoorrading plaats met behulp van paarden. Deze situatie duurde tot 21 augustus. Op 23 augustus vond er een actie plaats tegen Baroehtoenggoel. Bij deze rampzalige actie werden vijf man gedood en een man vermist (later is deze uitgewisseld met de TNI) en moest de actie worden afgebroken. Nadat het bataljon op 15 november was afgelost door 3-RS werd het verplaatst naar Tjiawi in het regentschap Tjiamis. Twaalf dagen na aankomst werd een compagnie overgebracht naar het regentschap Garoet en gelegerd te Tjikaroek en Sadang. Vanaf deze tijd stond het bataljon onder bevel van de cdt. 3e Infanterie Brigade Groep.
Op 3 april 1948 werd het gehele bataljon gelegerd aan de zuid-kust. De staf werd gelegerd in Bandjar. De compagnieën werden verdeeld over diverse posten zoals, Pangandaran, Parigi, Bodjong en Tjimerak. Naast de TNI kreeg het bataljon nu ook met Islamitische strijdgroepen (Daroel Islam) te maken. Dit alles vergde zeer veel van de manschappen. Op 18 juli 1949 werd het bataljon afgelost en gelegerd te Tasikmalaja. Behalve een vierdaagse zuivering bij Soemedang bestond het dagritme uit wachtlopen en het kazerne leven. Op 2 augustus vertrok het bataljon naar Bandoeng waar het ook alleen nog werd ingezet voor bewakingsdoeleinden. Een maand later, op 19 september arriveerde het bataljon in Batavia in afwachting van de repatriëring.
Literatuur :
Neppelenbroek, E.H., Slavenwerk: een openhartig relaas van een Indië-compagnie Java 1946-1949: de kronieken van ‘Compagnie Lima’. Breda, 1993; 111 blz. Compie Lima was de vijfde compagnie van 3-8 RI. Voorzien van foto’s en tekeningen.
Digitaal fotoalbum van soldaat A.J. Bos (www.indiegangers.nl)