Verspyck Mijnssen, Joan Christiaan Gustave (BK). 

Gevallen voor het Vaderland. “Grenadiers Vooraan!”

Leeftijd: 39.

Geboortedatum: 18 februari 1906.

Geboorteplaats: Den Haag.

Adres: Heemstededreef 258 te Heemstede.

Beroep: Bankdirecteur.

Onderdeel: 1 Compagnie, 1 Bataljon, Regiment Grenadiers.

Rol tijdens meidagen 1940: Gevochten in Loosduinen en bij vliegveld Ockenburgh.

Rang: Reserve-eerste luitenant der Grenadiers.

Functie: Compagniescommandant.

Verzetsonderdeel: Legioen van Oud-Frontstrijders.

Datum en locatie arrestatie: 14 januari 1944 te Heemstede.

Datum en locatie van sneuvelen: 18 maart 1945, Tuchthuis Siegburg (DEU).

Wijze van sneuvelen: In het proces ‘de Koe’ werd hij met enkele anderen wegens spionage tot 8 jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Tussen 04 juni en 15 juli 1944 afgevoerd naar DEU. Op 18 maart 1945 is hij aan uitputting en vlektyphus in de gevangenis te Sieberg (DEU) overleden.

Locatie laatste rustplaats: Gemeentelijke Begraafplaats a/d Kerkhoflaan te Den Haag, vak/rij/nummer: NO-zijde A5 6. Op 12 april 1951 in DEU opgegraven.

Overig: Gehuwd met Wilhelmina Louise Suijling. Zoon van Jacob Christiaan Verspyck Mijnssen en Jkvr. Lina Adrienne Verspijck.

Onderscheidingen

  • BRONZEN KRUIS;”Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden door op 10 mei 1940, na eerst als sectiecommandant op flinke wijze zijn sectie tijdens een hardnekkig straatgevecht te Loosduinen te hebben geleid en nadat zijn compagniescommandant was gewond en hij het bevel over de compagnie had overgenomen, dit onderdeel op deze dag en beide volgende dagen op rustige en doortastende wijze aan te voeren, waardoor de vijand belangrijke verliezen werden toegberacht en Loosduinen en het nabijgelegen bosgebied van Ockenburg konden worden gezuiverd.” (K.B. no. 5 van 21 juni 1949, 2575)

Monumenten

MELDING 1942 EN 1943

Gedurende de meidagen van 1940 zijn er ongeveer 25.000 militairen als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland. De overige militairen blijven na de capitulatie in hun garnizoenen en worden niet meer naar Duitsland afgevoerd. In juni 1940 worden de in Duitsland krijgsgevangen Nederlandse militairen vrijgelaten en keren terug naar huis. Met het demobiliseren van de Nederlandse krijgsmacht op 15 juli 1940, worden alle beroepsmilitairen ontslagen en moeten zij ander werk gaan zoeken. Hiervoor moet wel een verklaring worden ondertekend, waarin men aangeeft niets tegen de Duitsers te zullen ondernemen gedurende de oorlog (alleen aan beroepsmilitairen voorgelegd, de zogenaamde erewoordverklaring). Slechts 69 militairen weigeren en worden op 15 juli 1940 afgevoerd in krijgsgevangenschap. De dienstplichtige militairen gaan met groot verlof naar huis en pakken hun vroegere werkzaamheden weer op.

In mei 1942 moeten alle beroepsofficieren, cadetten en adelborsten zich weer melden voor controle op een 5-tal kazernes (Assen, Breda, Bussum, Ede en Roermond) en worden dan alsnog in krijgsgevangenschap gevoerd. Reden is, dat men zich niet aan het gegeven woord heeft gehouden door werkzaam te zijn in het verzet of omdat men probeert Engeland te bereiken.

In april 1943 volgt er weer een bekendmaking in de landelijke dagbladen, dat alle militairen zich alsnog moeten melden voor krijgsgevangenschap.

Na deze algemene bekendmaking volgen dan in rap tempo de specifieke bekendmakingen, waarin per onderdeel de mensen worden opgeroepen zich te melden. Gestart wordt op 30 april 1943 met het beroepspersoneel beneden de rang van officier (onderofficieren en manschappen).

Op 25 mei 1943 wordt het dienstplichtig personeel van het regiment Grenadiers ( R.Gr.) opgeroepen zich te melden.

Op 31 mei 1943 wordt het dienstplichtig personeel van het regiment Jagers (R.J.) opgeroepen om zich te melden voor krijgsgevangenschap.

Bronnen

Geef een reactie