Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”

Leeftijd: 26.
Geboortedatum: 24 november 1918.
Geboorteplaats: Den Haag.
Adres:
- 1e Van den Boschstraat 171 te Den Haag.-Kaart Dodenboek Bezuidenhout.
- 1e Van den Boschstraat 171 te Den Haag.-Kaart Dodendboek Grenadiers & Jagers.
Beroep: Onderwijzer.
Onderdeel: Staf 30-Regiment Jagers.
Rang: Dienstplichtig Soldaat.
Krijgsgevangenenummer (Kgf): 106641, Stalag XI 17.
Wijze van overlijden: Jager Naastepad was vanaf 03 juni 1943/hemelvaarstdag 1944 in Duitse krijgsgevangenschap en is, in het lazaret IV B ten gevolge van meningitis (hersenvliesontsteking), overleden.
Datum en locatie van overlijden: 02 april 1945,
- Graz (AUT).-Kaart Dodenboek Bezuidenhout.
- Graz (AUT).-Kaart Dodendboek Grenadiers & Jagers.
Locatie laatste rustplaats: Heldenfriedhof im Zentralfriedhof te Graz(AUT), aan de rechterzijde van het oorlogdgedenkteken. Op het graf zou een kruis met een rond bord gestaan hebben met de tekst A. Naastepad, soldaat Holland 2.4.45. De oorlogsgravenstichting kon dit niet vaststellen.
- Heldenfriedhof im Zentralfriedhof te Graz(AUT).-Kaart Dodenboek Bezuidenhout.
- Heldenfriedhof im Zentralfriedhof te Graz(AUT).-Kaart Dodenboek Grenadiers & Jagers.

Overig: Ongehuwd. Zoon van Adrianus Hendricus Maria Naastepad en Cornelia Maria Schols.
Onderscheidingen
Niet traceerbaar. Op zoek naar nabestaanden, gaarne contact.
Monumenten
- Salzburg, ‘Gedenksteen Onbekend Oostenrijk op het Nederlands ereveld’.
- Schaarsbergen, ‘Monument voor Grenadiers en Jagers’.
- Den Haag, ‘Oorlogsmonument Bezuidenhout’.
- Erelijst 1940-1945.
Uit het Dagboek van dienstplichtig soldaat Alexander Merki Krijgsgevangene No. 96791:
“2-4-1945 2e Paasdag. Onze jongens gingen naar het werk, maar kwamen onverrichter zake terug. Het Lager was niet te bereiken. Overal branden en bomtrechters. Daarbij kwam nog, dat het alarm was. De lucht was vol met vliegtuigen. In grote groepen kwamen zij aanvliegen. Het was ondoenlijk ze allemaal te tellen. Graz en Gösting werden gebombardeerd 13). Drie bommen kwamen op een schuilkelder terecht en vijf er voor. Gelukkig was deze schuilkelder in de bergen uitgehouwen. Een bom kwam op het bruggetje vlak voor ons Lager terecht. Even meer naar rechts en ons Lager was er geweest. Tevens was het een geluk dat de bom door het bruggetje heen viel en eronder ontplofte. Om 17.30 uur was het veilig. Schele Freek kwam toen met de mededeling dat wij onze koffers moesten pakken, want om 20.00 uur zouden wij vertrekken. Het vluchten was geblazen. Onderwijl hoorden wij, dat de Russen nog maar slechts 5 Km van ons verwijderd waren. Sommigen van ons zeiden dat zij achterbleven en dat waren vijf man in totaal. Om 19.45 verlieten we het Lager om nooit weer terug te komen. Wij waren ernstig, want wij wisten dat het eerste gedeelte van de tocht erg gevaarlijk was, want deze weg was vanmorgen heel zwaar gebombardeerd. Koos en ik legden de laatste hand aan het optuigen van ons wagentje dat bij vanmiddag op de kop had weten te tikken. Over een weg bezaaid met stenen en bomtrechters en langs brandende huizen ging het op Eggenberg aan. Even te voren passeerden wij een gebombardeerde colonne. Alle wagens waren uitgebrand en bij sommige zagen wij zwarte verkoolde lichamen liggen. Op de weg bleven verschillende achter en sommigen wierpen wat weg en anderen lieten gewoonweg hun koffer staan. Onderweg was het vooralarm. Wij hadden toen reeds een bergweg bereikt, dus het gevaarlijkste hadden wij toen al achter de rug. Even wil ik nog mededelen dat Gerard Overgaag (Kgf 106704) er niet bij was. Deze tweede Paasdag zal ik ook niet licht vergeten.
10-4-1945 Mooi weer. Nog steeds blijven wij hier. Heden avond kwam er bericht binnen van de Franse Sanitäter, dat Aad Naastepad (Kgf 106641) op maandag 2-4-1945, 2e paasdag was overleden 14). Dat onze vriend Aad nu moest komen te overlijden, nu alles beter werd. Hij was 26 jaar oud. Hij ruste in vrede!”










MELDING 1942 EN 1943
Gedurende de meidagen van 1940 zijn er ongeveer 25.000 militairen als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland. De overige militairen blijven na de capitulatie in hun garnizoenen en worden niet meer naar Duitsland afgevoerd. In juni 1940 worden de in Duitsland krijgsgevangen Nederlandse militairen vrijgelaten en keren terug naar huis. Met het demobiliseren van de Nederlandse krijgsmacht op 15 juli 1940, worden alle beroepsmilitairen ontslagen en moeten zij ander werk gaan zoeken. Hiervoor moet wel een verklaring worden ondertekend, waarin men aangeeft niets tegen de Duitsers te zullen ondernemen gedurende de oorlog (alleen aan beroepsmilitairen voorgelegd, de zogenaamde erewoordverklaring). Slechts 69 militairen weigeren en worden op 15 juli 1940 afgevoerd in krijgsgevangenschap. De dienstplichtige militairen gaan met groot verlof naar huis en pakken hun vroegere werkzaamheden weer op.
In mei 1942 moeten alle beroepsofficieren, cadetten en adelborsten zich weer melden voor controle op een 5-tal kazernes (Assen, Breda, Bussum, Ede en Roermond) en worden dan alsnog in krijgsgevangenschap gevoerd. Reden is, dat men zich niet aan het gegeven woord heeft gehouden door werkzaam te zijn in het verzet of omdat men probeert Engeland te bereiken.
In april 1943 volgt er weer een bekendmaking in de landelijke dagbladen, dat alle militairen zich alsnog moeten melden voor krijgsgevangenschap.
Na deze algemene bekendmaking volgen dan in rap tempo de specifieke bekendmakingen, waarin per onderdeel de mensen worden opgeroepen zich te melden. Gestart wordt op 30 april 1943 met het beroepspersoneel beneden de rang van officier (onderofficieren en manschappen).
Op 25 mei 1943 wordt het dienstplichtig personeel van het regiment Grenadiers ( RGr) opgeroepen zich te melden.

Op 31 mei 1943 wordt het dienstplichtig personeel van het regiment Jagers (RJ) opgeroepen om zich te melden voor krijgsgevangenschap.

Bronnen
- Nationaal Archief.
- Open Archieven.
- Ministerie van Defensie.
- Haags Gemeentearchief.
- Archieven.nl.
- De Maasbode 14-07-1945.
- Oorlogsgravenstichting.
- https://famwesten.nl/verhalen/2016/12/14/mijn-belevenissen-deel-i-de-oorlog-1939-1940