Thomson, Lodewijk Willem Johan Karel.

Gevallen voor het Vaderland. “Grenadiers Vooraan!-Allez Chasse!”

Leeftijd: 45.

Geboortedatum: 11 juni 1869.

Geboorteplaats: Voorschoten.

Rang: Majoor en Luitenant-kolonel (postuum).

Adres: Anna Paulownastraat 39 te Groningen.

Gediend bij onderdelen: 5 RI/9RI/12RI en Regiment Grenadiers & Jagers.

Uitgezonden met onderdeel: International Commission of Control (ICC) Albanië.

Datum en locatie van sneuvelen: 15 juni 1914, Durrës/Durazzo (ALB).

Wijze van sneuvelen: Bij de verdediging van de stad Durrës op 15 juni 1914 werd Thomson om 05:50 uur door een geweerkogel getroffen. Dit had een slagaderlijke bloeding tot gevolg, waaraan hij binnen een half uur stierf. Over de plaats van inslag bestond onenigheid in de media: volgens de Italiaanse Corriere della Sera was Thomson in de borst getroffen, volgens The Times in zijn hals en volgens de Telegraaf in de schouder. Bovendien kwam het schot niet uit de richting van de rebellen, maar uit de stad zelf, hetgeen stof tot speculaties gaf omtrent mogelijke Italiaanse betrokkenheid.

In de ochtend van 15 juni 1914 was kapitein Jan Fabius een van de eersten die de rebellen de stad zag besluipen. Hij vuurde snel met een kanon een waarschuwingsschot af; het was 04.15 uur. De verdedigers namen hun posities in de loopgraven in, die eerder rond de stad waren aangelegd. Om 04.30 uur bereikte majoor Lucas Roelfsema de voorste loopgraaf.

Rond 05.30 arriveerde Thomson bij de voorste linie. Verscholen achter een stenen gebouwtje spraken hij en Roelfsema met regeringsgetrouwe Albanese aanvoerders. Maar toen Thomson zich omkeerde om iets tegen Roelfsema te zeggen, werd hij ineens getroffen door een kogel. De overste viel niet meteen. ‘Ik ben gewond, laat mij wegbrengen’, wist hij uit te brengen. Gesteund door Roelfsema liep hij richting de stad, maar na een paar passen zakte hij in elkaar. Roelfsema rende naar een wachthuisje en haalde daar een deken. Samen met een oorlogscorrespondent sleepte hij Thomson het wachthuisje in. Daar legden ze hem op een bed.

Roelfsema opende Thomsons uniform en stelde vast dat de schotwond nauwelijks bloedde. De kogel was dwars door zijn schouder heengegaan. Maar om 06.10 uur kon de toegesnelde legerarts Tiddo Reddingius niet anders dan de dood vaststellen tengevolge van een inwendige bloeding door het doorboren van de hoofdslagader.

Omdat het gevecht doorging liet men Thomson de rest van de dag in het wachthuisje liggen. Pas in de namiddag was de aanval afgeslagen en keerde de rust voorlopig terug. ‘s Avonds werd Thomson in de stad in een tent opgebaard en bedekt met de Albanese vlag voordat hij tijdelijk werd begraven.

Rond Thomsons dood ontstonden meteen de wildste geruchten. Hij had met zijn rug naar de stenen muur gestaan en was van voren geraakt. Dat betekende dat hij vanuit Durrës zelf was beschoten en niet vanuit de richting van de aanvallers. En volgens dokter Reddingius wees de wond op een enkel schot over lange afstand met een modern geweer van een klein, maar krachtig kaliber. De kogel was in Thomsons lichaam op zijn sleutelbeen geketst en had in opwaartse richting zijn lichaam verlaten om op de muur nog een steen te beschadigen.

Uniform Thomson in Nationaal Museum Albanië
Uniform Thomson in Nationaal Museum Albanië – Foto: Edwin Ruis

Er rees dan ook het vermoeden dat dit een bewuste moordaanslag door een sluipschutter was geweest. De Italianen waren daarbij de meest voor hand liggende verdachten, gezien hun geheime steun voor de belegeraars. Maar anderen beweerden dat de schutter weldegelijk een rebel was geweest, die door de linie was geslopen. De precieze omstandigheden achter Thomsons dood zijn echter nooit opgehelderd. Een verdwaalde kogel lijkt de meest aannemelijke boosdoener.

Locatie laatste rustplaats: Zuiderbegraafplaats te Groningen.

Aanvankelijk werd Thomson begraven in Albanië,[6] maar na een paar weken, op 15 juli, werd hij onder grote publieke belangstelling herbegraven op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Zijn weduwe ging niet in op het verzoek haar man in Den Haag te laten begraven. Tijdens de begrafenis woedde een hevig onweer, waarbij de bliksem naast de begraafplaats insloeg.

Overig: Gehuwd met Henriëtte Lambertina Slotemaker. Zoon van Bernard Heidenreich Thomson en Maria Wilhelmina Pompe van Meerdervoort. Vader van Maria Thomson.

Onderscheidingen

Monumenten

In de Bomen- en Bloemenbuurt van Den Haag werden in 1914 het Thomsonplein en de Thomsonlaan naar hem genoemd. Op 14 september 1918 onthulde zijn dochter Marie Thomson op het Thomsonplein een monument ter nagedachtenis van haar vader, ontworpen door de beeldhouwer Charles van Wijk en na diens dood voltooid door Arend Odé. Het monument was bekostigd uit een inzameling door een nationaal comité, ondersteund door plaatselijke subcomités.

Foto: Monument op het Thomsonplein.

In 1919 werd er aan de Hereweg in Groningen, een borstbeeld van Thomson geplaatst. Het object, van de hand van beeldhouwer August Falise, kreeg een plaatsje op het terrein van de Rabenhauptkazerne, naast de monumentale vroegere villa van de garnizoenscommandant, omdat Thompson afkomstig was van dit garnizoen. [7] Na de sloop van de kazerne werd de buste tijdelijk verplaatst naar een veldje bij de naastgelegen onderwijsinstelling en in 1996 naar zijn graf op de Zuiderbegraafplaats. In 2003 werd het beeld weer verplaatst naar zijn oude locatie, zij het 10 meter zuidelijker.[8][9] De nieuwe wijk die rond het jaar 2000 op het voormalige kazerneterrein verrees, kreeg een Thomsonstraat.

Het borstbeeld uit 1919 kreeg ten minste twee kopiën:

  • Op een centrale plaats in de stad DurrësAlbanië staat een replica van dit borstbeeld van Thomson, die nog in 2000 tot ereburger van de stad werd benoemd. Dit borstbeeld is voorzien van zowel Albanees als Nederlands onderschrift dat luidt: Hulde aan de Nederlandse held van Durazzo[10] Direct achter het borstbeeld bevindt zich een eetcafé dat de naam Thomson draagt.

Biografie

Lodewijk Thomson was lid van een Engels, later Nederlands patricisch geslacht en een kind van Bernard Heidenreich Thomson (1838-1898), officier van gezondheid, en diens eerste vrouw Maria Wilhelmina Pompe van Meerdervoort (1842-1884). Zijn grootvader was Jan Jacob Thomson, luitenant-kolonel en ridder Militaire Willems-Orde.[1] In 1888 studeerde Thomson af aan de Koninklijke Militaire Academie en in 1891 begon hij aan een opleiding als cartograaf. Als eerste luitenant der infanterie vertrok hij in 1893 naar Batavia, waarna hij betrokken is geweest bij gevechten in Atjeh. Op 29 november 1895 trouwde hij in Arnhem met Henriëtte Lambertina Slotemaker (1869-1926) (In het gezin werden twee dochters geboren; een dochter is jong overleden). In 1896 keerde hij terug naar Nederland en werd gedetacheerd bij de le-Reconvalescenten-Compagnie van het Korps Koloniale Reserve te Zutphen. In 1900 verbleef Thomson enige tijd in Zuid-Afrika als militair attaché van de Nederlandse regering gedurende de Boerenoorlog. In 1903 werd hij, waarschijnlijk wegens zijn efficiënte aanpak van de bewaking van het spoor tijdens de spoorwegstakingen van 1903, bevorderd tot kapitein.

Thomson als cadet.

Lodewijk Thomson was lid van een Engels, later Nederlands patricisch geslacht en een kind van Bernard Heidenreich Thomson (1838-1898), officier van gezondheid, en diens eerste vrouw Maria Wilhelmina Pompe van Meerdervoort (1842-1884). Zijn grootvader was Jan Jacob Thomson, luitenant-kolonel en ridder Militaire Willems-Orde.[1] In 1888 studeerde Thomson af aan de Koninklijke Militaire Academie en in 1891 begon hij aan een opleiding als cartograaf. Als eerste luitenant der infanterie vertrok hij in 1893 naar Batavia, waarna hij betrokken is geweest bij gevechten in Atjeh. Op 29 november1895 trouwde hij in Arnhem met Henriëtte Lambertina Slotemaker (1869-1926) (In het gezin werden twee dochters geboren; een dochter is jong overleden). In 1896 keerde hij terug naar Nederland en werd gedetacheerd bij de le-Reconvalescenten-Compagnie van het Korps Koloniale Reserve te Zutphen. In 1900 verbleef Thomson enige tijd in Zuid-Afrika als militair attaché van de Nederlandse regering gedurende de Boerenoorlog. In 1903 werd hij, waarschijnlijk wegens zijn efficiënte aanpak van de bewaking van het spoor tijdens de spoorwegstakingen van 1903, bevorderd tot kapitein.

Thomson als eerste luitenant.
Majoor der Grenadiers jhr L.C. van den Brandeler en 1e luitenant der Grenadiers L.W.J.K. Thomson in een Peugeot, die beschikbaar was gesteld door de firma Verwey en Lugard, gevestigd aan de Laan van Nieuw Oost-Indië in Den Haag. Tijdens de stakingen van 1903 was Thomson de 2e man van Brandeler die chef van de bewakingsdienst van de spoorlijnen. Op de borst van Thomson de Willemsorde.

In 1905 was Thomson voor de Liberale Unie verkiesbaar voor de Tweede Kamerverkiezingen voor het kiesdistrict Leeuwarden. Bij deze verkiezingen versloeg hij, na herstemming, de socialist Wibaut. Vier jaar later versloeg hij Pieter Jelles Troelstra (ook weer na herstemming) dankzij steun van de christelijke partijen die liever de liberaal Thomson dan de socialist Troelstra naar Den Haag zagen gaan. In 1913 ontbrak de christelijke steun en kwam Troelstra alsnog ten koste van Thomson in de Kamer. Lodewijk Thomson was defensiespecialist in de Kamer en was voorstander van democratisering in het leger. Samen met Ram en Graafland redigeerde Thomson de Militaire Gids. Orgaan voor weermacht en natie (1882-, de Erven F. Bohn). Dit tijdschrift stond een nieuwere richting in het leger voor en voerde geregeld hevige polemieken met de Militaire Spectator.

Naar aanleiding van de verkiezingen van 1912 in het Ottomaanse Rijk, die door de Jonge Turken op frauduleuze wijze gewonnen werden met 215 van de 222 zetels in het parlement, brak in Albanië een revolutie uit. Dit leidde tot de roep om meer autonomie. Doordat in 1912 de Eerste Balkanoorlog uitbrak, als gevolg waarvan de Ottomaanse bezittingen in Europa (met uitzondering van Thracië) verloren gingen, konden de Albanezen niets anders doen dan de onafhankelijkheid uitroepen. De Europese grote mogendheden wezen vervolgens Wilhelm zu Wied, een achterneef van koningin Wilhelmina, aan als vorst van Albanië.

Op 1 augustus 1913 vroeg de door de mogendheden ingestelde Internationale Controle Commissie aan Nederland om een gendarmeriekorps op te zetten en daar officieren voor te leveren, om zo de orde in Albanië te herstellen. Albanië was een regelrecht kruitvat waar binnenlandse groeperingen elkaar naar het leven stonden en buitenlandse mogendheden, zoals Servië, Italië en Turkije, klaar stonden om het land in te pikken. Op verzoek van de regering van Pieter Cort van der Linden ging Thomson, inmiddels bevorderd tot majoor, samen met kolonel Willem de Veer, naar Albanië. Daar voerden zij samen een verkenningsmissie uit, terwijl er in Nederland nog eens 15 lagere officieren werden geworven. Thomson en de andere militairen werden bij koninklijk besluit ontslagen uit Nederlandse dienst en traden direct in dienst van Albanië onder toezicht van de Internationale Controle Commissie.[2]

Foto: Majoor Lodewijk Thomson.

Thomson en zijn meerdere De Veer waren botsende persoonlijkheden. Toch bleven ze samenwerken, totdat er op 21 mei 1914 een stuk verscheen in De Nieuwe Courant, waarin De Veer ervan werd beschuldigd een bevel van een hoge gezantenconferentie te hebben genegeerd door, buiten medeweten van Thomson, de minister van Binnenlandse Zaken Essad Pasha te hebben toegestaan een eigen politiemacht op te richten. De Veer had dit nu juist niet gewild, maar niet veel later werd Thomson Directeur de la force armée, waarmee hij De Veer was voorbijgestreefd. Deze eiste dat Thomson op erewoord zou verklaren dat hij niet het brein achter de beschuldigingen in De Nieuwe Courant was. Thomson gaf dat erewoord niet. De Veer was zo ontdaan dat hij zelfs het ontslag eiste van bevelvoerder Thomson, in een brandbrief op 6 juni aan de minister van Oorlog. Daar kwam het echter niet van omdat Thomson niet in Nederlandse, maar Albanese dienst was. De Veer ging op verlof.[3]

Bronnen

  • Schulten, C en Smits F. (1980). Grenadiers en Jagers in Nederland. Den Haag, Nederland: Staatsuitgeverij.
  • Open Archieven.
  • Haags Gemeentearchief.
  • Wikipedia.
  • https://historiek.net/de-dood-van-majoor-lodewijk-thomson/43345/

Geef een reactie