Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”
Leeftijd: 20.
Geboortedatum: 31 juli 1919.
Geboorteplaats: Den Haag.
Adres: Cillierstraat 1 te Den Haag.
Beroep: Auto/motor-monteur.
Onderdeel: Staf, 48 Compagnie Pantser Afweer Geschut (PAG), Regiment Jagers.
Rang: Gewoon dienstplichtig soldaat.
Functie: Motorrijder.
Datum en locatie van sneuvelen: 10 mei 1940, ‘s-Gravenzande-T-splitsing Heenweg/Maasdijk.
Wijze van sneuvelen: Werd bij café ‘De Pet’op de T-splitsing Heenweg/Maasdijk door Duitse parachutisten doodgeschoten.
Kapitein Schwing wenste op eigen initiatief een verkenning uit te voeren richting Staalduinse Bos. Hij verzocht daartoe om vrijwilligers. Hij kreeg de dpl sergeant Kriek, Versteeg en Bouman alsmede de soldaten Michels en De Groot mee, alsmede Kraak als zijn bestuurder. Bij het café Jan de Pet zaten para’s in dekking en onderschepten deze patrouille op motorfietsen. Bij de overval sneuvelden direct de soldaten Kraak en Michels alsmede de sergeant Versteegh. De kapitein Schwing, die het café in vluchtte en daar telefonisch melding wilde maken van de Duitse aanwezigheid, is ter plaatse in de linkerborst geschoten. De overige drie mannen werden als krijgsgevangenen meegevoerd door de parachutisten onder Oberleutnant von Roon.
Locatie laatste rustplaats: Abdijkerkhof te Loosduinen, vak/rij/nummer C15. Op 14 mei 1940 begraven.
Overig: Ongehuwd. Zoon van Gijsbert Kraak en Adriana Wilhelmina de Zoete.
Verslag van het Regiment Jagers in de buurt
Verslag van het Regiment Jagers in de buurt van Hoek van Holland. Om 4.00 uur begon het droppen van Duitse luchtlandingstroepen (Fallschirmjäger) in de omgeving van de Nieuwe Waterweg en het Staelduinse Bos.
De Jagers komen in het geweer: Te ’s Gravenzande lag II-Regiment Jagers. Van dit bataljon kreeg in de vroege morgen 5.00 uur reserve kapitein I. Barends de opdracht een sterke patrouille richting Staalduinse Bos te sturen. De compagnie lag op dat moment aan de Naaldwijkseweg, net iets meer dan een kilometer van het Bos verwijderd. Voordien had men al een viertal rijwiel patrouilles die kant op gestuurd om een status op te nemen. De rest van de compagnie diende zich aan de oost- en zuidoostzijde van het dorp ter verdediging voor te bereiden op eventuele vijandelijke acties. De patrouilles kwamen ondertussen terug met meldingen dat zij geen vijand gezien hadden.
Op het kruispunt Naaldwijkse weg en Woutersweg lagen een sectie infanterie (luitenant C. van Lieshout) plus een zware mitrailleur van de MC. Aanleunend de 4e sectie van de 1e Compagnie. De compagniescommandogroep was ook op korte afstand van het bewuste kruispunt aanwezig. Het ca 1,5 km zuidoostelijker gelegen kruispunt Maasdijk-Heenweg was doelgebied voor een andere sectie van 3-II-RJ, onder de reserve 2e luitenant Redeker (24 man) versterkt met een stuk van de sectie MC van de reserve 1e luitenant W.A. Semeijns de Vries van Doesburgh. Dit kruispunt lag pal tegenover het Staalduinse Bos. Rond 5.30 uur benaderde de sectie de hoge Maasdijk, toen het aan de noordelijke voet daarvan ineens overvallen werd door een hagel van vuur en handgranaten. Ze waren gestuit op de parachutisten onder Von Roon, die zich net van auto’s hadden voorzien en gereed waren geweest voor vertrek.
Luitenant Redeker trad buitengewoon zwak op en trok zelf met de helft van zijn formatie terug om zich bij zijn compagniescommandant terug te melden met het bericht van het contact, terwijl de luitenant van Doesburgh van de MC sectie achter bleef met een deel der manschappen en in een zwaar gevecht raakte. Handgranaten vlogen over en weer. De Jagers hadden zelf één granaat per man, die zij spoedig kwijt waren, maar door de Duitsers toegeworpen granaten werden snel teruggeworpen zodat ze vooral aan Duitse zijde explodeerden. Hierbij raakte een der MC manschappen een hand kwijt toen een teruggeworpen granaat vlak na het verlaten van zijn hand explodeerde. Buitengewoon sluw bleken de parachutisten echter. Zij wisten niet hoeveel tegenstand zij hadden en wierpen daarom handgranaten over de locatie waar zij ze van teruggeworpen hadden gekregen (een techniek die ingeslepen was in de opleiding!) en toen die niet terugkwamen konden zij de locatie en sterkte van de Nederlanders inschatten. Het duurde niet lang of de parachutisten stormden onder luid gekrijs en vurend uit de wapenen over de dijk. Aan weerszijde van de dijk rolden de Duitsers naar beneden, om met korte vuurstoten de Nederlanders uit te schakelen of te verjagen. Enkele Nederlanders werden gedood, sommige raakten (zwaar) gewond, eentje werd gevangen genomen en enkele – waaronder de luitenant – wisten te ontsnappen.
De gesneuvelden waren de soldaten C.J. de Snaijer en E. Noordam alsmede de korporaal R. Hulsker. De soldaat Datema werd krijgsgevangen gemaakt. De Duitsers hadden geen verliezen geleden, hoewel wel één hunner gevangen werd genomen in de vroege middag en te Naaldwijk bij het regimentscommando RJ werd afgeleverd.
Na de confrontatie met de Jagers probeerde de groep onder Oberleutnant von Roon via de Maasdijk en de Wouterseweg door ’s Gravenzande te rijden. Een gevangen genomen Nederlandse soldaat werd voorop de eerste wagen gezet, met een mitrailleur naast hem op het dak. Hierna reed de autocolonne de Maasdijk in westelijke richting af en draaide de Wouterseweg op, recht op de positie van de Jagers af die het kruispunt noordwaarts bij de Naaldwijkse weg bezet hielden. Ter hoogte van het café ‘Jan de Pet’ werd door de Nederlanders het vuur geopend.
De Duitsers beantwoorden het vuur en sprongen uit de auto’s aan weerszijde de berm en de polders in. Ze waren de even eerder toegeëigende voertuigen alweer kwijt.
Enige tijd later werd opdracht gegeven de door de Duitsers op de Wouterseweg achtergelaten auto’s en vrachtauto’s binnen eigen stelling te brengen. Sergeant IJ. Heringa en vier manschappen brachten de vrachtwagens en de wagen van de reinigingsdienst in veiligheid. De auto van de arts wilde niet meer starten. In en op de auto’s zat een flinke buit. Twee gevulde munitiekarren, enkele lichte mitrailleurs, een aantal kijkers, kaarten en enkele uitrustingsstukken. Het vuurgevecht eiste ten minste twee doden aan Nederlandse kant. De soldaat A. Roos van 3-II en soldaat A.M. Rotteveel van de MC-II kwamen om bij het vuurgevecht rond het café.
Drie militairen van de staf-RJ zijn ook geregistreerd als gesneuveld op deze locatie en wel de sergeant-capitulant E.A. Versteeg en de soldaten E. Michels en J.P.N. Kraak. Hun aanwezigheid kan niet goed worden verklaard, wat de mogelijkheid open laat dat zij op een ander moment (tijdens de eerste oorlogsdag) op deze locatie omkwamen.
Onderscheiding
- Het ‘OORLOGSHERINNERINGSKRUIS MET DE GESP NEDERLAND MEI 1940’, postuum toegekend.
Monumenten
Bronnen
- Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940, J.W. de Leeuw (ASPEKT).
- Oorlogsgravenstichting.
- Ministerie van Defensie.
- Nationaal Archief.
- Bevolkingsregister Haags Gemeentearchief.
- Nationaal Archief.
- Open Archieven.
- St. Herdenking Militaire Erehof ‘s-Gravenhage.
- http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=kraak-j-p-n
- Stichting kennispunt mei 1940.
- Nalatenschap.
- Gemeente Naaldwijk (hier werd akte opgemaakt).
- Brongers “Slag om de Residentie”(2e druk). pag. 103.