Kortekaas, Leendert Hendricus.

Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”

Leeftijd: 30.

Geboortedatum: 11 december 1909.

Geboorteplaats: Den Haag.

Adres: Veluweplein 49 te Den Haag.

Beroep: Kantoorbediende.

Rang: Dienstplichtig Sergeant.

Onderdeel: 2 Compagnie, 2 Bataljon, 24 Regiment Infanterie (Dubbelregiment Jagers).

Functie: Sectiecommandant.

Datum en locatie van sneuvelen: Achterberg/Dolderen, omgeving.

Wijze van sneuvelen: Gevallen tijdens de tegenaanval van 29 RI, die onder zwaar artillerievuur vastliep in een ontmoetingsgevecht met de Standarte “Der Fuhrer”. De compagnie bevond zich noord van Dolderen aan de Weteringsteeg. Hier naderden Duitsers, die voorgaven zich over te geven maar direct daarop het vuur openden. Hierbij zijn ettelijke Nederlandse militairen gedood. Mogelijk hoorde sergeant Kortekaas hierbij. Zijn lijk werd op 18 mei door een boer uit Achterberg vanuit dit gebied aangevoerd.

Overig: Ongehuwd. Zoon van Johannes Petrus Kortekaas en Apolonia Petronella Kockx.

Locatie laatste rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen.

Notities

Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)

Op 18 mei 1940 door boeren vanaf de Hoogesteeg uit Achterberg overgebracht naar de Grebbeberg.

Verklaring van de dpl. korporaal G. de ZEEUW van 2-II-24 R.I.
afgelegd in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 10 Juli 1947.

Kapitein BUWALDA was mijn Compagniescommandant. De Kapitein sneuvelde 150 meter van mij vandaan. Wij zijn niet bij Kruiponder geweest. Toen wij vlak voor de inundatie waren moesten wij terug van Luitenant F. NOORBERGEN. Sergeant KORTEKAAS was onze Sectiecommandant. Hij lag vlak bij mij. Wij moesten een eindje terugtrekken waardoor ik bij de boerderij terecht kwam waarin gewonden lagen. Soldaat KOLPA vroeg mij om hulp te gaan halen. Ik heb dit meegedeeld aan sergeant KORTEKAAS die mij hiervoor toestemming gaf. Toen ik met mijn groep 200 meter had afgelegd viel er vlak bij mij een granaat, waardoor twee jongens werden getroffen. W.B. KOLK is gesneuveld. De andere heb ik nog een eindje gedragen op mijn schouder tot ik een Roode Kruiskar zag staan. Er was niemand bij, wel lag er verband in. Ik heb toen zijn arm en been verbonden. Een kwartier daarna is hij gestorven. Ik had nog een kilometer gezocht om hulp. Toen kwam ik Luitenant NOORBERGEN tegen die zei: “wij moeten terug“. Ik heb twee mij onbekende hospitaalsoldaten naar voren gestuurd.

Door de dood van de Kapitein BUWALDA had de Compagnie een reuze klap gekregen. Tot aan zijn dood gingen wij goed vooruit. Ik denk dat er dertig jongens van onze Compagnie zijn gesneuveld door artillerie- en mitrailleurvuur en ook door eigen vuur. Toen wij uit Ingen optrokken naar de Grebbeberg werden wij door eigen mitrailleurs van achteren getroffen.

De kapitein Buwalda was zeer moedig, misschien wel overmoedig. Hij vuurde ons enthousiast aan. De kapitein was een man van de plicht. Hij wist niet van wijken. Kapitein KOUDIJS had gezegd: “er is een order dat wij moeten terugtrekken“, maar onze kapitein zei: “dat doe ik niet voordat ik de officiële order in mijn handen heb“.

De kapitein is gesneuveld in het open veld. Wij zijn niet ineens gestopt, maar hebben nog een paar sprongen naar voren gemaakt. Naar schatting zijn wij ongeveer een half uur daarna teruggetrokken. Er was toen een vuurpauze. Volgens mij was er nog geen aanleiding om terug te gaan.

‘s-Gravenhage 10 juli 1947.
G. de Zeeuw.

Onderscheiding

  • Het ‘OORLOGSHERINNERINGSKRUIS MET DE GESP NEDERLAND MEI 1940’, postuum toegekend.

Monumenten

Bron: Nationaal Archief.

Bronnen

Geef een reactie