Hoogewerff, Ferdinand (BL).

Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”

Leeftijd: 34.

Geboortedatum: 31 maart 1906.

Geboorteplaats: Rotterdam.

Adres: Westerstraat 12b te Rotterdam.

Beroep: Assuradeur.

Onderdeel: 1 Sectie, 2 Compagnie, 1 Bataljon, 24 Regiment Infanterie (dubbelregiment Jagers).

Rang: Reserve-eerste luitenant.

Overzicht van bevorderingen:
Tweede luitenant: 01 januari 1928.
Eerste luitenant: 01 januari 1932.

Functie: Sectiecommandant.

Datum en locatie van sneuvelen: 13 mei 1940, Grebbeberg-roggeveld te Rhenen.

Wijze van sneuvelen: Luitenant Hoogewerff sneuvelde reeds tijdens de tegenstoot in de avond van 12 mei in de opstelling van de 4 Sectie, Mitrailleur Compagnie, 3 Bataljon, 8 Regiment Infanterie. Hij werd hier op 17 mei in de noordwest hoek gevonden.

“2-I-24 RI onder mijn commando bevond zich op 9 Mei 1940 tussen het Maas-Waalkanaal en het parochiedorp Druten. In de nacht van 10 Mei betrok de compagnie een voorpostopstelling vóór de hoofdweerstandsstrook van 24 R.I.; Hoogewerff commandeerde de rechter voorsectie. 10 Mei verliep betrekkelijk rustig. 11 Mei om 6 uur hadden de laatste eigen troepen, welke in de omgeving van Nijmegen hadden gevochten, de voorpostenlijn doorschreden.

24 R.I. trok via Tiel naar Beusichem en Maurik aan de Rijn terug. 2-I-24 R.I. moest tot nader bevel standhouden, volgde na verkregen bevel eveneens en bereikte ‘s avonds Maurik.
Hoogewerff had die dag de achterhoede mijner compagnie gecommandeerd.

Nauwelijks was de compagnie te Maurik ingekwartierd, toen een bevel van de bataljonscommandant tot verzamelen volgde. De vermoeide compagnie trok nog dezelfde nacht naar Amerongen en bevond zich in de vroege morgen van 12 Mei met de andere compagnieën van I-24 R.I. in een bosperceel oostelijk van Amerongen. Om 12 uur volgde het bevel tot inkwartiering te Amerongen. Hoogewerff werd o.a. met de inkwartiering van het bataljon belast. Wederom was de rust van korte duur: om 15 uur werd I-24 R.I. gealarmeerd. Om 15.30 uur werd afgemarcheerd naar Rhenen. De berichten omtrent de toestand op de Grebbeberg waren niet ongunstig: slechts enkele vijandelijke patrouilles waren doorgedrongen op de Grebbeberg.

I-24 R.I. kreeg van commandant IVe Divisie opdracht een tegenstoot uit te voeren noordelijk van- en evenwijdig aan de kunstweg Rhenen-Wageningen.
De zon was juist ondergegaan toen I-24 R.I. door Rhenen marcheerde.
Op dat ogenblik waren de front- en de stoplijn van 8 R.I. op de Grebbeberg reeds doorbroken. Het vermoeide bataljon kende heg noch steg. Tijdens het vallen van de duisternis werd het bataljon gereed gesteld oostelijk van het viaduct te Rhenen. Mijn compagnie was rechter-voorcompagnie; Hoogewerff commandeerde de linker-voorsectie.

Bij het voorwaarts gaan raakte de rechter-voorsectie aan de kunstweg onmiddellijk in gevecht met de doorgestoten vijand. Hierbij onderscheidde zich de reserve eerste luitenant der Jagers Mr. van der Hoeven, die voor zijn stoutmoedig optreden reeds eerder de bronzen leeuw verkreeg.
Hoogewerff rukte in de duisternis met zijn vermoeide sectie voorwaarts, bereikte de stoplijn van 8 R.I., maar verloor in het bos het verband met de overige delen mijner compagnie.

Wat er verder met Hoogewerff geschiedde is hierboven in het Koninklijk Besluit beschreven.
Hoogewerff sneuvelde als een held.
Hoogewerff, Rotterdammer in merg en been, man van fijne beschaving en met een Franse geest, was een goed kameraad en een vader voor zijn soldaten.
Hij rust in een krijgsmansgraf op de Grebbeberg”.

De Reserve-kapitein der Jagers,
J.J. van Heyst.


Officieren van I-24 R.I. in de refter van het klooster te Puiflijk: V.l.n.r.:
– Dr. M.G.J. Beets (Reserve-tweede luitenant, sectiecommandant 1e sectie 3-I-24 R.I.)
– J.C.E.M. Dellenbag (Reserve-eerste luitenant, toegevoegd officier aan Staf 24 R.I.)
– J.J. van Heyst (Reserve-kapitein, compagniescommandant 2-I-24 R.I.)
– onbekend (gast van ander bataljon)
– N.W. Lingen (Reserve-eerste luitenant, adjudant bataljonscommandant, Staf I-24 R.I.)
– F. Hoogewerff (Reserve-eerste luitenant, sectiecommandant 1e sectie 2-I-24 R.I.)

Foto behorende bij het verslag bataljonsbewegingen en -verrichtingen I-24 RI gedurende de oorlog van 10 t/m 14 mei 1940 door N.W. Lingen. (1939-1940)

Locatie laatste rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen, Vak/rij/nummer 36.

Nederlandse graven in rij 3

Militair Ereveld Grebbeberg, rij 3. Op deze foto van links naar rechts de graven van F. Hoogewerff, W. Kwint en G.B. Smink (als Onbekende Soldaat).

Foto behorende bij het verslag bataljonsbewegingen en -verrichtingen I-24 R.I. gedurende de oorlog van 10 t/m 14 mei 1940 door N.W. Lingen. (mei 1940)

Overig: Ongehuwd. Zoon van Hendrik Hoogewerff en Elisabeth Johanna Goddard.

Onderscheiding

  • De ‘BRONZEN LEEUW’. “Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in den strijd tegenover den vijand onderscheiden op 13 mei als sectiecommandant van de rechter voorcompagnie van I-24 RI, welk bataljon een tegenstoot op de Grebbeberg noord van de kunstweg Rhenen-Wageningen, ten oosten van het spoorwegviaduct, moest uitvoeren. In het bijzonder door, toen hij met zijn vermoeide sectie in den avond van 12 mei de loopgraven van een onderdeel in de stoplijn van 8 RI had bereikt, alwaar in de vroege morgen van 13 mei de strijd werd hervat, in verband met een door de vijand ingezette overmachtige aanval, waarbij de stelling onder zwaar artillerievuur geraakte, onder moeilijke omstandigheden stand te blijven houden en te verklaren nimmer te zullen teruggaan, ook niet toen de twee daarbij aanwezige andere officieren zich tijdelijk naar een achtergelegen commandopost hadden moeten begeven en de vijand reeds in zijn rug was doorgedrongen, zodat hij zowel vijandelijk vuur in front als in de rug ontving waardoor een verwarde toestand ontstond. Nochtans te pogen het moreel van het in de loopgraven aanwezige onderdeel te herstellen en hen aan te vuren en een uitval te doen toen hem bleek dat de vijand in front als gevolg van het eigen artillerievuur verliezen leed en uitweek. Daarbij door slechts enkele zijner soldaten gevolgd, over de borstwering uit de loopgraaf te springen en voorwaarts te stormen. Toen hij onmiddellijk daarna op de vijand stootte in geheel ongedekte houding deze met handgranaten te bestoken waarna hij echter kort daarna ten gevolge van vijandelijk vuur dodelijk werd getroffen”.(K.B. no. 9 van 17 februari 1951).
  • Het ‘OORLOGSHERINNERINGSKRUIS MET DE GESP NEDERLAND MEI 1940’, postuum toegekend.

Monumenten

Fragment uit het notitieboekje van Ds. A.C. van Nood

Veldprediker Ds. A.C. van Nood was in de periode 16-18 mei en begin juni 1940 op de Grebbeberg aanwezig om de gesneuvelde Nederlandse militairen te identificeren en verdere formaliteiten te plegen. In een zakboekje hield hij de nodige aantekeningen bij. Namen die hierin voorkomen zijn:
– A.W. Smeitink, Bekveld, 8 R.I., geen grafnummer (niet gesneuveld)
– Albertus Veldhuizen, Vledder, 19 R.I., rij 2 graf 53
– Gerrit Stulen Jr., Almelo, 19 R.I., rij 4 graf 5
– Ferd. Hoogewerff, Rotterdam, 1ste luitenant, Jagers, rij 3 graf 6
– Marcel Mignot, Eindhoven, Rooms-Katholiek, kornet, 8 R.A., rij 3 graf 44
– Jan Stemerdink, Winterswijk, sergeant, 8 R.I., rij 6 graf 19
– Joh. H.A. Jacometti, majoor, 17 R.I., rij 4 graf 1
– Joh. C. Buwalda, kapitein v.d. Jagers, rij 4 graf 60
– Corn. Leendertsz, 1ste luitenant, 5 R.I., rij 4 graf 58
De grafnummers zijn vermoedelijk na het begraven van de betreffende militair toegevoegd. (1940)

Bronnen

Geef een reactie