Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”
Leeftijd: 28.
Geboortedatum: 05 oktober 1911.
Geboorteplaats: Brielle.
Adres: Valkenboskade 200 te Den Haag.
Beroep: Kantoorbediende.
Onderdeel: 1 Sectie, 2 Compagnie, 1 Bataljon, 24 Regiment Infanterie (dubbelregiment Jagers).
Rang: Gewoon dienstplichtig sergeant.
Datum en locatie van sneuvelen: 13 mei 1940, Grebbeberg-stoplijn noord te Rhenen.
Wijze van sneuvelen: “Het vuur in front van de sectie was intussen in hevigheid toegenomen en hierbij sneuvelde de luitenant en 4…5 man”. De sectie was noord van de Levendaalseweg in een loopgraaf van de 1e Sectie-3e Compagnie- 2e Bataljon-8ste Regiment Infanterie terecht gekomen. De stelling werd in de middag van 13 mei van twee zijden aangevallen met handgranaten; hierbij is de sergeant Casteleijn gesneuveld. Hij werd op 17 mei 1940 in de sector van de (zuidelijke) 3e groep gevonden.
Ziehier het dagboek van de compagniescommandant.
Locatie laatste rustplaats: Begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag, vak/rij/nummer 3707. Op 17 mei 1940 gevonden in de stellingen van 3-II-8 R.I., gelegen noord-west van de roggeakker en begraven op het Militair Ereveld Grebbeberg in rij 3, graf 9. Door een misverstand werden op 28 mei 1940 niet de stoffelijke resten van sergeant Casteleyn maar die van soldaat G.B. Smink (graf 8, op dat moment geregistreerd als “onbekende”) overgebracht naar begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag.
Ten tijde van het onderzoek naar rij 3 graf 8 in de periode mei – november 1942 bleek dat geen van de omschrijvingen van de nog vermiste militairen van toepassing was op deze onbekende militair. In de broekzak van de overledene van rij 3 graf 8 vond men een portemonnee waarin een postbewijs ten name van Casteleyn. Na overleg met de ouders van Casteleyn werd zijn tandarts uitgenodigd om naar Rhenen te komen om de begraven persoon te identificeren wat betreft het gebit. Hierdoor kwam onomstotelijk vast te staan dat het lichaam van Casteleyn nog op het Grebbekerkhof rustte, terwijl dat van de naar Den Haag overgebrachte militair vooralsnog als “onbekende” moest worden beschouwd.
In oktober 1942 werden de beide stoffelijke overschotten omgewisseld en tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de abusievelijk naar Den Haag overgebrachte militair te identificeren. Aan de hand van militaire kledingnummers in enkele kledingstukken kwam met absolute zekerheid vast te staan dat het hier de vermiste doch vermoedelijk gesneuvelde militair G.B. Smink betrof.
Tijdens een bezoek aan de familie Casteleyn kwamen ook de nagelaten persoonlijke bezittingen ter sprake, waarbij bleek dat reeds kort na de oorlog aan de familie enige goederen waren uitgereikt die niet aan C.A. Casteleyn hebben toebehoord. Het vermoeden dat deze goederen van soldaat G.B. Smink zijn geweest werd later bevestigd.
Overig: Zoon van Johan Frederik Casteleijn en Anna van der Burg.
Onderscheiding
- Het ‘OORLOGSHERINNERINGSKRUIS MET DE GESP NEDERLAND MEI 1940’, postuum toegekend.
Monumenten
- Schaarsbergen, ‘Monument voor Grenadiers en Jagers’.
- Rhenen, ‘Militair Ereveld Grebbeberg’.
- Den Haag, ‘Erelijst van Gevallenen 1940-1945’.
Bronnen
- Ministerie van Defensie.
- Open Archieven.
- Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940, J.W. de Leeuw (ASPEKT).
- Oorlogsgravenstichting.
- https://www.grebbeberg.nl/index.php?page=casteleyn-c-a
- Nationaal Archief.
- Bevolkingsregister Haags Gemeentearchief.
- Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats).