Gevallen voor het Vaderland. “Allez Chasse!”
Leeftijd: 46.
Geboortedatum: 23 juli 1893.
Geboorteplaats: Bergen op Zoom.
Adres: Ringbaan West 298d te Tilburg.
Onderdeel: 1 Compagnie, Grensbataljon Jagers.
Rang: Sergeant-majoor der Jagers.
Datum en locatie van sneuvelen: 21 mei 1940, Oye La Plage (FRA) aan boord van de S.S. Pavon.
Wijze van sneuvelen: Het vrachtschip ‘Pavon’ werd door een bom getroffen, raakte in brand en werd gemitrailleerd. Hierbij is hij omgekomen. Uit een getuigenverklaring blijkt dat hij is achtergebleven op het middendek.
Deze eenheid was geplaatst in de omgeving van Tilburg (m.i.v. 29 mrt was Tilburg zijn woonplaats) en maakte hij deel uit van de Peel Divisie.
Omdat de Peel-Raamstelling geen hoofdverdedigingslinie was zijn de troepen, nadat de Duitsers de linie op verscheidene plaatsen hadden doorbroken, teruggetrokken via België richting Zeeland. Doel: het bereiken van de Vesting Holland.
Aangekomen in Zeeuws-Vlaanderen is men eerst met de veerboot naar Walcheren gegaan. Omdat het daar spoedig ook te gevaarlijk werd is men op last van de C- Zeeland (Schout-bij-nacht van der Stadt) via Vlissingen weer terug naar Zeeuws-Vlaanderen gegegaan.
Citaten uit: Drama van de SS Pavon door André Horlings:
Na de overtocht naar Walcheren:
Zo kwam ik eindelijk terecht in een klein plaatsje, Grijpskerke. Daar was de kapitein al aangekomen, met wat er van de compagnie Jagers nog bij elkaar was. Daar verliep het leven weer een klein beetje georganiseerd. Daar kwamen ook de jongens van de post Goirle binnen. We zijn weer bij elkaar.
Weer terug naar Zeeuws-Vlaanderen:
Er stonden veel soldaten die met de veerboot mee wilden op de kade. Ik geloof dat het uren duurde voor we aan boord waren. En er kwamen nog steeds soldaten bij. Het was in elk geval al donker toen de boot wegvoer.
Het was al diep in de nacht, toen de boot in Terneuzen [Breskens] aankwam. Op de kade troffen we een groep Jagers onder leiding van sergeant-majoor Baaijen, een fijne kerel, met wie we het in Den Haag best hadden kunnen vinden. Hij had veel geduld en kon heel veel hebben. Maar als hij zei: ”God hoort mij brommen”, dan wist je dat je niet verder moest gaan; dan werd het ernst.
We sloten ons bij dit groepje aan en zijn zo langs de kust afgezakt naar het zuiden.
En zo kwamen wij in Duinkerken. En wel in de Jean Bart-kazerne. Hier kregen we verzorging. In België had sergeant-majoor Baaijen, voor zover ik mij kan herinneren, zo goed en zo kwaad als het ging gezorgd dat wij wat te eten kregen. De fietstocht langs de kust, zonder dat we de zee zagen, dus een eindje landinwaarts, had ook niet lang geduurd.
Frans schip, de s.s. PAVON
Na een paar dagen [20 mei] kregen we bevel ons klaar te maken, om ingescheept te worden. Er werd ons verteld, dat we met een Frans schip naar Le Havre gebracht zouden worden. Op zichzelf vonden we dat nog niet zo gek. Al moesten we nu dan toch werkelijk onze fietsen achterlaten. Immers: Le Havre betekende: verder van de vijand vandaan. Ongewapend als we waren, voelden we ons niet zo flink. Dus, hoe verder weg, hoe beter.
Troepen in de ruimen
De soldaten moesten een plaats zoeken in de ruimen vlak onder het ijzeren dek. Verder naar beneden mocht niet, zodat we behoorlijk dicht op elkaar zaten gepakt. Reden voor de meeste onderofficieren van ons, Jagers, om toch maar een verdieping lager te gaan slapen. Elk ogenblik verwachtten we te kunnen vertrekken’.
En de hele middag vlogen de Duitsers hoog boven Duinkerken. Natuurlijk hebben ze ons schip wel in de gaten gehad. En dat voorspelde niet veel goeds. Logisch redenerende kwamen we tot de slotsom, dat na vertrek, zodra we niet meer beschermd zouden worden door het afweergeschut, ons schip een gemakkelijke prooi zou worden voor Duitse aanvallen.
Eindelijk voelden we beweging. We dreven! Na een poos merkten we aan de erge schommelingen, dat we door de branding gingen.
We gingen maar slapen. En ik viel in een diepe slaap; zó diep, dat ik niet eens hoorde dat we weer gebombardeerd werden.
Deze keer kwamen de bommen in ons ruim terecht. Ik heb geen schoten gehoord, en ook geen gieren; zelfs hoorde ik niet het ontploffen van de bommen, al gebeurde dat op nog geen tien meter van mij vandaan. Wel werd ik van dit lawaai wakker, want ik heb nog wel gehoord dat de bomscherven de wand raakten.
Het schip werd midscheeps getroffen in het middenruim aan de zijde van de commandobrug. De bom drong door tot het onderruim. De katoenbalen begonnen te branden, waardoor zich veel rook ontwikkelde. Bovendien werden tengevolge van de explosie de luiken, welke de afscheiding tussen midden- en onderruim vormden, weggeslagen, waardoor de daarop gelegen 50 à 60 man grotendeels in het onderruim terecht kwamen.
Bijna al onze onderofficieren waren omgekomen. In strijd met het gebod van de Fransen waren ze een trap lager gegaan, om wat meer ruimte te hebben; boven was het immers overvol. Een van de bommen schijnt midden tussen hen in te zijn ontploft.
Einde citaten
Voor betrokkene, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat hij zich in het ruim van het middendek bevond en het meest waarschijnlijk in het onderste ruim, betekende dit helaas zijn dood. De Duitsers wilden de dodelijke slachtoffers niet bergen omdat dit ondoenlijk was. Ze hebben het schip volledig uit laten branden waardoor de slachtoffers geen graflocatie hebben kunnen krijgen.
Locatie laatste rustplaats: Onbekend.
Overig: Gehuwd met Maate Suzanna Bosschaart. Zoon van Cornelis Hendrik Baaijen en Adriana Geertje de Korte.
Onderscheiding
- Het ‘OORLOGSHERINNERINGSKRUIS MET DE GESP NEDERLAND MEI 1940’, postuum toegekend.
Monumenten
- Schaarsbergen, ‘Monument voor Grenadiers en Jagers’.
- Rhenen, ‘Monument voor vermisten van mei ’40’.
- Waalre, Provinciaal Gedenkteken ‘De Brabantse Soldaat’
- Orry-La-Ville, Militaire gedenkplaat op het Nederlands ereveld (1)
- Den Haag, ‘Erelijst van Gevallenen 1940-1945’.
Bronnen
- Ministerie van Defensie.
- Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940, J.W. de Leeuw (ASPEKT).
- Boekje “DE PAVON” door P. van den Berg.
- Drama van de Pavon door A. Horlings.
- Oorlogsgravenstichting.
- Nationaal Archief.
- Open Archieven.
- M.Og. 40.
- ‘Zeeland 1940-1945’ Deel 1 van de Bree. Pag.171.
- De strijd op Nederlands grondgebied tijdens WO II. Hoofddeel III/deel 6 :De strijd in Zeeland mei 1940. Pag.154.