6 Bataljon Garderegiment Grenadiers, 411 Bataljon Infanterie, F-Brigade ob W-Brigade (West-Java)

Opgericht: 01-07-1948 te Amersfoort.
Onderdeel van: 41ste Zelfstandige Infanterie Brigade (in Indië F-Brigade genoemd).
Vertrek Indië: 30-07-1948 a/b “Zuiderkruis”.

Aankomst Indië: 24-09-1948 te Semarang.
Toegevoegd aan: T.T.C. Midden-Java.
Ingedeeld bij: W-Brigade, *T-Brigade.
Actiegebied(en): *Semarang, *Salatiga, Kopeng, Porwokerto,.Boemiajoe, Adjibarang, Tegal, Brebes.
Commandant: Lkol Janssen,
Maj. W.A.M. van der Ven.
Gerepatrieerd: 25-05-1950 a/b “general Greely”, 18-06-1950 aankomst Rotterdam.

Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting ’48-2. Na aankomst te Semarang werd het bataljon gelegerd in de wijk Djatingaleh. In de eerste week van september 1948 ging het bataljon uiteen en werd het o.a. gelegerd in het gebied van de W-Brigade rond Poerwokerto. De komende periode werd het bataljon ingezet voor wacht- en patrouille diensten. Begin oktober kwam het bataljon weer bijeen in Soemowono ten zuiden van Semarang, voor een uitgebreide voortgezette gevechtsopleiding. Na afronding van de opleiding kreeg het bataljon met ingang van 6 november een eigen patrouillegebied toegewezen, het rayon Banjoebiroe, Salatiga, Kopeng met o.a. posten te Karangdoeren, Setoegoer en Kedajan.
Tijdens de 2e politionele actie werd het bataljon op 19 december geconcentreerd in Semarang en overgebracht naar Poerwokerto. In Poerwokerto werden de 2e en 3e cie toegevoegd aan Colonne V. Deze colonne bestond verder nog uit een cie van 4-6 RI en trok achter 3-11 RI op naar Bandjarnegara. Na hevige tegenstand en onder voortdurende luchtsteun werd op 21 december Bandjarnegara bezet. De volgende dag, de 2e cie bleef als bezetting in Bandjarnegara achter, ging de opmars verder naar Wonosobo. Laat in de middag van 22 december werd Wonosobo bezet. Op 26 december waren de staf en twee cieën gelegerd te Bandjarnegara, de Ost.cie en stafcie te Poerworedjo en een cie te Wonosobo. Vooral rond Bandjarnegara heeft het bataljon deelgenomen aan diverse zuiveringen. Op 1 januari 1949 was het bataljon gelegerd te Boemiajoe (staf, 2e cie), Proepoeg (1e cie), Poerwokerto (3e cie) en Adjibarang (4e cie). Ook hier werd het bataljon ingezet bij zuiveringen, zoals b.v. bij Karanggoede Koelon, Kalimanah en meer naar het noorden langs de weg naar Bobotsari. Tevens werd het bataljon ingezet voor konvooibeveiliging. Regelmatig vonden er herdislocaties plaats. Zo werd de 1e cie verplaatst van Proepoeg naar Boemiajoe. In februari kwamen de 2e en 3e cie respectievelijk onder cdo. van 4-11 RI en de cdt. W-Brigade en gelegerd te Keboemen en Poerwokerto.
Eind maart werd samen met 2-12 RVA en het Korps Speciale Troepen een grootscheepse actie ondernomen naar Bobotsari. De komende maanden werden er nog enkele nieuwe posten bezet o.a. te, Pitoerah, Kaligoewa, Linggapoera, Patoegoeran en Djipang. In april kwam de 3e cie onder cdo. van de cdt. Poerwokerto. Na het ‘Cease fire’ van 10 augustus werd het bataljon, uitgezonderd de 3e cie, gelegerd rond Tegal. Van november tot eind december was het bataljon gelegerd te Tegal, Pagakah (1e cie), Ketanggoengan (2e cie), Djatibarang (3e cie), Brebes (4e cie) en te Slawi. Op 2 maart werd Tegal overgedragen aan de TNI. Enkele dagen later, op 15 maart vond er een reorganisatie plaats, waarna het bataljon er als volgt uit kwam te zien, staf en stafcie, Ost.cie en twee infanterie cieën. Op 24 april was het bataljon weer terug in de plaats waar het voor het eerst voet aan wal zette in Indië, Semarang.

Literatuur :
Grenadiers in Indonesië. De eerste stappen van 411 B.I. (6 GRG). Z.n., z.p. ca. 1948; 23 blz. Gerritsen, H., De hinderlaag bij Sindoeradja: militaire actie op Java 1948-1950. Baarn, 1987;152 blz. Geschiedenis van de 3e compagnie van het 411 Bataljon Infanterie (6 GRG) van het Garderegiment Grenadiers, onderdeel van de 41e Zelfstandige Infanterie Brigade.

Bron: http://www.indie-1945-1950.nl/web/411bi.htm